Vandaag in Huize De Mik

Tuesday, January 30, 2007

Bobby


Smullen was de film "Bobby" voor mij. Ik slaakte een enthousiaste kreet toen ik las dat hij in Leeuwarden draaide. Ik wist uberhaupt niet dat er een film in de maak was over de broer van JFK. Ik verzamel ,,alles'' over de Kennedy's. Robert Francis (1925-1968) zou deze maand 82 jaar zijn geworden, maar hij werd op zijn 43ste vermoord in de keuken van het Ambassador Hotel in Los Angeles, California. Hij was, net als zijn broer de president, de hoop van progressief Amerika. De Vietnamoorlog dreigde uit de hand te lopen en RFK was een vredeskandidaat. Hij keerde zich tegen de oorlog in Vietnam, was voor aanpak van de armoede in eigen land en tegen geweld en rassenscheiding. De authentieke beelden aan het begin van de film - ik vrees dat die volgende week al niet meer in Leeuwarden te zien is, ondanks de aansprekende cast, onder wie Anthony Hopkins, Helen Hunt, Sharon Stone en Demi Moore - bezorgden me al kippenvel. Zo zagen we Kennedy een oud, armoedig mijnstadje ergens op het Amerikaanse platteland bezoeken. Nooit had een politicus aandacht aan deze haast van de buitenwereld afgesloten bewoners geschonken. Het bezoek van RFK was een hoogtijdag, die ze ongetwijfeld nooit zullen zijn vergeten. Gevraagd naar een reactie van een journalist ter plekke op zijn bezoek antwoordde Kennedy behoedzaam. Hij sprak ook rustig en langzamer dan in mijn herinnering: ja, de mensen leden armoede, en dat dit niet zou mogen in een rijk land als Amerika. Dat er geen eenvoudige oplossing was, maar dat deze mensen er ook bij hoorden en dat er moest worden samengewerkt om een voor iedereen betere maatschappij te creeeren. Geen spierballentaal, geen vage beloftes, maar een eerlijk en serieus antwoord. Een recensent vond dat die beelden zo veel indringender waren dan de film zelf. Dat die beelden vragen opriepen over de persoon Bobby (wie was hij, wat stond hij voor?). Toch vond ik de film prachtig. Al die personages met hun eigen sores die op de dag van de moord, 6 juni 1968, bijeen komen. Allemaal staan ze of juichend in de zaal tijdens Kennedy's overwinningsrede (hij won de voorverkiezingen in Los Angeles) of vallen elkaar huilend en totaal ontredderd in der armen als bekend wordt dat er een aanslag op de senator is gepleegd. Twee dagen leefde Kennedy nog. Ik zat destijd in de tweede klas van de lagere school. Natuurlijk kwam de gebeurtenis aan de orde in de klas. Een jongen wist de naam van de moordenaar te noemen: Sirhan Sirhan. Juffrouw Postma besloot op ons verzoek te bidden voor Kennedy. Ik was er vast van overtuigd dat onze Lieve Heer hem beter zou maken, althans hem in leven zou houden. Dat gebeurde niet. Het was de eerste keer dat mijn prille godsgeloof een fikse knauw kreeg. Mijn vader zei dat RFK vast president was geworden als hij was blijven leven. Maar Amerika kreeg Richard Nixon. Een ongelooflijke come back, want acht jaar daarvoor had hij het nog, zij het nipt, afgelegd tegen John F. Kennedy.
Aan het eind van de film zie je allerlei prachtige foto's van Kennedy en je hoort een toespraak van hem. Die gaat, toepasselijk, over zinloos geweld. Toen al bezigde hij die term, bijna 40 jaar geleden. Amerika bevond zich in de jaren zestig in een huiveringwekkende geweldsspiraal met drie politieke moorden. Twee maanden voordat Kennedy werd doodgeschoten, was Martin Luther King al vermoord en vijf jaar daarvoor zijn broer de president.
Maar Kennedy sprak ook over het milieu. Zo vertelt hij een groepje kinderen in een klas dat de lucht in New York binnen tien tot 20 jaar zo vervuild zal zijn, dat iedereen met gasmaskers op moet lopen. Zo erg was het goddank niet, maar dat het met het milieu allerminst goed gaat, bewijst de klimaatsverandering en de opwarming van de aarde. Januari is de warmste maand aller tijden in Nederland. Mijn partner en ik waren het er over eens: RFK stond voor alles wat ons aanspraak: geweldloosheid, zorg voor natuur en milieu, gelijkwaardigheid en duurzaamheid. Kennedy werd het niet in 1968, maar 40 jaar daarna kan Amerika geschiedenis schrijven door voor het eerst een vrouw tot president te kiezen. Hillary is mijn nieuwe held(in). Op een vraag tijdens een verkiezingscampagne of ze wel op kon tegen gemene mannen als Osama bin Laden antwoordde ze gevat: "Ik kan omgaan met onbetrouwbare mannen''. Een applaus en lachsalvo's van een halve minuut volgden.

Friday, January 19, 2007

Storm

"Waar blijft je repo?"vroeg mijn chef vanmorgen. Repo, herhaalde ik enigszins warrig? -Ja, van de storm.'' -Ik heb geen repo, hakkelde ik verbaasd. -Ben je niet naar Harlingen geweest? Nee, dat was ik niet. Hij had gebeld of ik de stormschade in de gaten wilde houden. Maar er waren hier alleen wat daken van woningen gewaaid en een enkele boom had een auto geplet. En ja, er was dijkbewaking in Harlingen, maar die is er zo vaak en er gebeurt nooit wat. Menig Harlinger gaat even naar de dijk om de hoge golven te bewonderen en ooh en aah te roepen, maar omdat nu op te tekenen? -Wat zijn jullie Friezen toch heerlijk nuchter, vond hij. Ik snapte hem wel en ik had ook nog even zitten dubben. Want natuurlijk was het NOS-Journaal neergestreken in mijn geboortestad en meldde de verslaggever opgewonden dat de waterstand niet op de voorspelde 2.90 meter uitkwam, maar op 3.40. Dat maakt voor de dijkbewaking niet veel uit. Als er al een gat in de zeewering slaat, worden aannemers opgetrommeld om het te dichten. Van een overstroming is nooit sprake. Ik had achteraf misschien beter nog naar de Westhoek kunnen gaan, waar het dijklichaam vernieuwd wordt. Wel belde ik voor nrc next twee mensen over hun wederwaardigheden in de storm, een vrachtwagenchauffeur en de bestuurder van de watertaxi die nog een kotsende collega aan boord had. Die vertelde op Vlieland dat er zandzakken voor de huizen aan de Havenweg waren gelegd, maar dat er verder geen dreigende situatie was. Op Omrop Fryslan hoorde ik dat de Dorpsstraat blank stond, dus toch maar even een willekeurige bewoonster ter plekke gebeld. De broodnuchtere Vlielandse zei dat er niets loos was, dat de waterkering dicht zou gaan en dat er verder niets te melden was. Dus zei ik tegen mijn chef: had me even gebeld als je per se iets uit Harlingen had gewild.

Vandaag ook een stukje geleverd over de zes ontwerpen van toparchitecten voor het nieuwe Groninger Forum. Ik had naar Groningen gemoeten, maar om een uur of drie meldde ik me af bij de voorlichter. Waarom, wilde hij weten. -Met dit weer ga ik niet de weg op als het niet moet, zei ik. Hij: Je hoeft toch niet te fietsen? Achteraf ben ik blij dat ik niet gegaan ben. Ik kon telefonisch de voorzitter van de beoordelingscommissie spreken en de ontwerpen stonden op internet. Mooi geregeld. Later zei een andere voorlichter dat ik groot gelijk had dat ik niet was gekomen. En met zes doden in het verkeer kan ik achteraf blij zijn dat ik me niet stoerder heb willen voordoen dan ik ben. Opvallend dat een verslaggever van het Journaal eerlijk bekende "best wel bang" geweest te zijn toen hij vanaf de kop van Noord-Holland over de Afsluitdijk richting Friesland reed. Nauwelijks zicht, mistig, zware regenbuien. Opmerkelijk omdat het een mannelijke verslaggever betrof. Het zijn toch meestal nog de vrouwen die hun zwakheden en angsten durven bekennen,

Thursday, January 04, 2007

Lauswolt

Ja, ik had het al op het nieuws gehoord, vanmorgen om zeven uur. De Haagse formatietop was in Lauswolt neergestreken. Vorig jaar vond daar op dat statige landgoed ook al een Eurotop plaats. Dus ik was niet verrast dat Bos, Balkenende en Rouvoet deze locatie hadden uitgekozen. Far from the madding crowd. om elkaar nog beter te leren kennen. Om acht uur belde mijn nieuwe onderchef. Of ik niet naar Lauswolt wilde voor een stukkie. Niet dat hij de illusie had dat ik wel tot de heren kon doordringen, maar een verslagje van de mediahype was ook wel aardig. Later op de ochtend hoorde ik dat ik in plaats van 300 woorden 124 mocht maken. Een onderschriftje dus alleen. Ik parkeerde mijn auto tussen de rododendrons en stapte op de piccolo af, die gekleed was in donkergroene lakei-jas met goudkleurige epauletten. Zo nu en dan deed hij het rode lint open om bezoekers doorgang te geven. We stonden voor het koetshuis, waar de heren binnen moesten zitten,. Je zag niets. Er waren wat witte lakens voor de ramen en deuren gehangen. Zo nu en dan kwamen er hotelmedewerkers. Om nieuw beddengoed te brengen of een stapeltje schoteltjes af te geven. Een portier zei dat Balkenende en Rouvoet in het koetshuis hadden overnacht. Vermoedelijk in de royal suites, de meest luxe die er zijn. Dit feit haalde de krant niet. Beveiliging stond er buiten niet, alleen binnen. In het hotel zelf was een ruimte voor de pers ingericht. Toen ik in de hal kwam, zaten daar twee dames, medewerkers, strak in het zwart, die me toespraken: ' U moet hier verdwaald zijn.' Ik weet dat ik geen Gucchi pakjes draag en mijn haarverf uitloopt, maar daarom hoef ik toch nog niet verdwaald te zijn in dit deftige hotel? Hoe dan ook, ik ben van de pers, zei ik. En ik moet naar het toilet. O, van de pers, dan moet u daar heen. Ik liep door de keuken naar een zaaltje, waar enkele collega's zaten. Lauswolt zorgde goed voor ons. Er stonden schalen vol plakken beboterde kerststol en een koffieketel.
Daarna liep ik weer terug naar het koetshuis. Ik snap niet dat ze niet eens een luchtje scheppen, zuchtte een collega. -Dat doen ze misschien aan de achterkant, opperde ik. Ik had al gezien dat daar ook linten waren gespannen. Tteruglopend naar mijn auto ontwaarde wat mensen. Ik stapte iets dichterbij en jawel daar stonden vier heren. Ik herkende Verhagen en sprak die ook direct aan. ,,Meneer Verhagen, wil het wat? NRC Handelsblad'', riep ik. Hij glimlachte wat., maar zweeg. Ik herhaalde mijn vraag. ,,Frisse lucht'', zei hij. Ja, maar wil het wat vlotten? Hij wees naar WIjffels. Verrek, die had ik niet zo snel herkend in zijn trui en broek. Nu zag ik het. Wijffels zei dat hij morgenmiddag ,,belangrijke informatie'' zou melden. Zo schreef ik het ook in het fotobijschrift, maar de eindredactie zwakte dit af tot ,,iets''. Ook las ik s avonds dat Balkenende was toegevoegd als staande in de deuropening. Maar die had ik helemaal niet gezien! Of ook niet herkend in zijn vrijetijdskleding? Maar ik stond daar alleen. Geen collega's te bekennen. Die penden ijverig op wat politieagenten hun vertelde. Dus hoe komen ze er nu weer bij dat Balkenende erbij stond? Om interessanter te klinken? Had het ANP later mijn plekje ontdekt? En stonden toen Verhagen en WIjffels plus Balkenende samen een luchtje te scheppen? Maar ik had ook een tijdsaanduiding genoemd, namelijk rond elven. En toen stond ik er alleen. Ach, er zijn ergere dingen en het is geen doodzonde. Maar secuur moet je toch wel zijn. Vroeger belde de eindredactie nog wel eens, zo van: zeg het ANP meldt dat Balkenende er ook bijstond. Maar zeker geen tijd want deadline. Enfin, het blijft raadselachtig. Ook al omdat ,,belangrijke informatie'' werd veranderd in ,,iets''. Een citaat is toch een citaat zou ik zo zeggen.
Overleg is altijd essentieel. Ik werd gisteren geinterviewd door een studente geschiedenis, die als bijvak journalisitek doet. Ik zei dat ik altijd zeer dienstbaar ben en wel heb geleerd van mijn beginjaren bij persburo PENN om de klant als koning te zien. U vraagt, wij draaien. Niet kritiekloos uiteraard, maar als instelling. Niet dat ik altijd heb gedaan wat mij gevraagd werd, Ten tijde van de crisis rond de Leeuwarder burgemeester Loekie van Maaren in 2001 had De Volkskrant, die enigszins pro-Loeki was, een bron rond haar gesproken. Dat meldden ze prominent. Mijn hoofdredactie wilde ook zo'n soort bericht, maar ik weigerde pertinent, omdat ik wist, van mijn betrouwbare bronnen op het stadhuis, dat er niets van klopte. Dus het is niet altijd: u vraagt en wij schrijven. Ik heb trouwens enorm genoten van die affaire, sorry Loeki. Ik mocht Loeki wel. Maar ze vergat altijd namen. Mij noemde ze vaak Irene. Dat is mijn collega, toen stadsverslaggever, bij de Leeuwarder Courant. Loeki was altijd hartelijk tegen mij, en noemde me op den duur ,,Karin''. Tijdens de affaire, die haar de kop zou kosten, belde ik haar 's morgens eens op voor commentaar. Ik dacht dat ze mij wel zou herkennen en me te woord zou staan. Ik begon op mijn meelevendst en liet merken dat ik Karin was. Maar ze herinnerde mij zich blijkbaar niet of ze deed expres afstandelijk, want ze zei: ,,Ach, mevrouw, zelfs de minister kon niets meer voor me doen.'' Prachtig dat dit de kop werd boven het artikel op pagina 3. Dan zit ik ;s avonds breedgrijnzend boven mijn krant. -Jij geniet echt van je werk he? vroeg een stagiaire mij bijna 20 jaar geleden al eens. Ja, dat was ook zo. En nog. Althans meestal.

Tuesday, January 02, 2007

Small talk

Het gewone leven neemt zijn loop weer en twee derde van de Nederlanders vindt dat maar goed ook. Ik ben er ee van. Hoewel ik kerst- noch oud en nieuwstress heb. Als ik zo de bijdragen lees in de Kerstbijlagen van de damesbladen dan is Kerst voor velen een echt familiefeest. 'We hebben er geen zin in, maar ach, tradities moet je voortzetten', luidt de teneur. Dus maar weer die geeikte kalkoen op tafel, weer die verplichte prietpraat met ooms en tantes, die opgelegde sfeer van gezelligheid die per se moet, rondom een opgetuigde kerstboom. Goddank heb ik geen familie (mijn ouders zijn dood, en tegenover mijn enige broer voel ik geen verplichtingen en hij gelukkig niet tegenover mij. En ook geen familie die op mij zit te wachten met Kerst. En mijn partner evenmin. We gaan lekker ons eigen gang. Dus brachten wij de vrije dagen door zoals wij het zelf graag wilden: lang uitslapen, een film bekijken, lezen of in de tuin werken. Zo ook met oud en nieuw. Oudejaarsavond zegt me weinig. Nieuwjaarsdag nog minder. Goddank is het weer 2 januari. Het verplichte 'beste wensen', hangt me de strot uit. Gister kwamen we bij toeval een buurvrouw tegen met haar vriendin, die mijn partner plat op de mond zoende. Omdat zij van de gelijkgeslachtelijke liefde zijn, dachten zij wellicht dat wij deze vrijpostigheid als fait accompli zouden accepteren. Een wildvreemde die je op de mond zoent. Ik moet er niet aan denken. En mijn partner ook niet. Ietwat beduusd spoelde ze thuis haar mond met zeepsop. 'Zijn ze nou helemaal van de pot gerukt?' bitste ik, want ik werd hoe langer hoe kwaaier. 'Ze dachten natuurlijk: een lekker jong ding.' Mijn vriendin vermoedde dat de dame in kwestie nogal behoeftig moest zijn of dat het mondzoenen nog een fossiel overblijfsel moest zijn uit de lesbisch-feministische flowerpower van de jaren zeventig. Zo van: potten zijn zusters en Sisterhood is behalve powerful ook nog eens wonderful. Bij mij bleef het goddank bij drie zoenen, die me overigens toch ook tegenstaan. Ik straal klaarblijkelijk afstand uit. Ik heb een vriendin die walgt van al dat gezoen. Zij steekt demonstratief haar hand ver uit en houdt iedereen zo op afstand. Haar zou ik als voorbeeld moeten nemen. En dan dat drie keer zoenen. In de jaren zeventig was het nog gewoon om twee keer te zoenen, nu drie keer en straks wordt het wellicht nog vier keer. De banaliteit ten top! Etiquette, hoffelijkheid en beleefdheidsnormen: keer terug en neem je plek in deze losgeslagen maatschappij in!

Daarnet een deel van een aflevering van Sil de Strandjutter bekeken via de ouderenomroep Max. De serie werd eind jaren zeventig door de NCRV op het scherm gebracht en maakte toen indruk. Ik was heimelijk verliefd op Monique van de Ven (wie niet?) en de muziek van Johnny Pearson was subliem. Wat Max heel goed doet is na het laatste shot niet direct je met reclame bombarderen, maar de complete aftiteling laten zien. ',U zag een aflevering van' - Sil de Strandjutter'', waarna de personages en de acteurs die ze vertolkten heel rustig over het scherm draaiden. En wat een bekende namen. Bram van der Vlugt, Johan te (Glazen Stad) Slaa, John Leddy, Hidde Maas, Elsje (juffrouw Ooievaar) Scherjon, Jan Decleir, Luk de Koning. Een verademing, die rust van dat stabiele, degelijke camerawerk. Geen effecten, noch korte shots, mijn god werd het nog maar zo gemaakt. Het zal wel komen doordat ik zelf een aardige oude trut wordt (bijna 47) dat ik Max zo waardeer.
Want is er tegenwoordig nog een boeiend programma op tv te zien, behalve het 100 jaar oude 2 voor 12 (waar ik fan van ben)? Nee, Mathijs van Nieuwkerk nodigt alleen maar jonge, blonde BN'erige huppelkutten uit, Pauw en Witteman doen niet voor hem onder en slijmen zich een gat in de rondte bij een vrouwelijke gast en grinnikken vooral om hun eigen grappen. Al dat gemaakte nep-gedoe, spaar me! Willem Duys, Mies Bouwman, Sonja Barend, desnoods Ted de Braak, kom terug. Alles is vergeten en vergeven, maar red ons van de small talk, het would-be-entertainment, de banale oppervlakkigheid en alle overige oppervlakkige commerciele rotzooi, dat door moet gaan voor een televisieprogramma en dagelijks onze huiskamer instroomt.