Vandaag in Huize De Mik

Wednesday, July 01, 2009

Mes

Weer wat geleerd. Als er iets gebeurt, kun je je tegenover de politie beter voordoen als geinteresseerd burger dan als journalist. Neem gisteravond. Bij toeval was ik in mijn oude buurt Heechterp in Leeuwarden, een van de Vogelaarwijken. De Schieringweg was afgezet, rode linten waren om een huizenblok gespannen en er liepen zeker vijftien agenten rond. -Wat is hier aan de hand? vroeg ik een politieman, die bij het rode lint stond. Een omstander, een buurtgenoot, antwoordde: 'Van alles'. Als ik niks had gezegd had de diender mij vermoedelijk van alles verteld. Maar ik was zo stom om te melden dat ik van de pers was. Ik liet keurig mijn perskaart zien en terstond hield hij zijn kaken stijf op elkaar. Ik werd even keurig doorverwezen naar de persvoorlichter die meneer die daar in de verte stond. Die vroeg van welke krant ik was en zei dat hij niets kon zeggen. Ach wat, voor mijn krant is iets pas nieuws als het erg groot is. En dat wilde zeggen dat er minstens een gijzeling gaande moest zijn met kleine kinderen en een gewapende dader die al slachtoffers had gemaakt. De agent zei dat ik morgen maar even met communicatie moest bellen. Het enige dat hij kwijt wilde was dat er een misdrijf was gepleegd, maar dat er geen doden of gewonden waren. Nu is een misdrijf al de diefstal van een fiets, maar de grote inzet van manschappen maakte duidelijk dat er meer aan de hand was. Wat doe je op zo'n moment? Je gaat met omstanders praten, zodat je direct al een stuk meer te weten komt. Een buurvouw vertelde dat er een man in de woning zat, die zijn ouders had bedreigd met een mes. Zijn ouders hadden de woning al verlaten, maar de man had zich daar verschanst. Waarom de ME en de andere agenten hem niet afvoerden was de bescheiden menigte niet duidelijk. Ik verplaatste me naar een plekje op het Koolwitjeplei, waar ik zicht had op de achterzijde van de woning. Even was de man, boven zichtbaar, voor een raam. Ook aan de achterkant stond een handjevol agenten. Toen mengde zich een andere agent bij het groepje waar ik stond. Iemand die niet wist dat ik van de pers was. En die van alles vertelde. De arme diender stond er al vanaf half twee die middag, zonder iets gegegeten te hebben. Gelukkig voorzagen omwonenden de vertegenwoordigers van de sterke arm van vocht. Maar deze agent zat er duidelijk een beetje door. Uit het zicht van zijn meerderen stak hij een sigaret op. Maar wat was er nu precies aan de hand en waarom werd die man daar binnen simpelweg niet naar buiten gehaald? De agent vertelde dat de bewoner ,,de confrontatie wilde aangaan'' en zich niet zo maar zou overgeven. Bovendien had hij een mes met een lemmet van 30 centimeter, was hij onder invloed van drank en drugs en hij had gezegd dat hij een vuurwapen had en mensen zou gaan doodschieten. ,,Nu zijn ze met hem aan het onderhandelen''. Naar boven stormen om de man op te pakken, kon niet, want hij had met een kast het trapgat gebarricadeerd. -Maar hoe dan ook komt hij naar buiten, sprak de agent. Het kwam mij als leek wat typisch voor dat de politie met een dader die zijn ouders bedreigd had, aan het onderhandelen slaat. Maar het zal wel tactisch te verdedigen zijn. Maar dat je daar vier uur over doet, is op zijn minst opmerkelijk. Nu ik dit optik denk ik aan die zaak waarbij de politie buiten hoorde dat er binnen een man werd afgetuigd. Die overleed later. Ja, je kunt ook te lang wachten. Martin Sitalsing, de nieuwe korpschef van Twente, vindt dat de politie wel iets kan leren van journalisten. Die verzamelen direct een hoop informatie, waar de politie vaak alleen bezig is met een team te formeren. Zo gaan kostbare uren verloren. Dus als journalist zeg ik: aanpakken die bedreiger. Geef hem een half uur en stuur daarna hoe dan ook een arrestatieeenheid naar binnen. Die zijn er voor opgeleid tenslotte om eventuele vuurwapengevaarlijke gekken te overmeesteren. Het is de volgende morgen en dat zal ook wel gebeurd zijn. Hoop ik tenminste.