Vandaag in Huize De Mik

Thursday, October 28, 2004

Een kat in shock, daklozen en de bijbel

Twee dagen moet hij in shock zijn geweest. Want mijn anders zo vrolijke en levenslustige kat Doris (1) lag veel te slapen, taalde niet naar ''buiten" en at weinig. Hij moest geestelijk en lichamelijk herstellen van een onverhoedse val van mijn slaapkamerkast. Daar nestelen mijn katten zich als ze zich willen terugtrekken. Wijlen Diederik (10) begon er drie jaar geleden mee, toen nieuwkomer en ex-kater Freek zijn leven begon te vergallen. Om de kleine doerak te ontlopen sprong hij via de strijkplank de kast op, waar altijd een inmiddels oud geworden wollen rode deken klaarlag. Later was Freek zo groot dat hij zich het verborgen plaatsje ging toe-eigenen. En nu had Doris het favoriete plekje ook ontdekt. Het is nog een sprong van anderhalve meter vanaf de strijkplank die ik zo klaarzet dat hij de sprong kan maken. Het lukte hem altijd om de kast op te komen. Tot maandagavond. Ik lag al in bed. Het licht nog aan. Ik hoorde krabbelende pootjes die houvast zochten. En ik zag het gebeuren. Doris sprong wel, maar zijn nageltjes zetten zich vast in een losliggend kussen en kleed die op de kast lagen en waarmee hij achterstevoren de strijkplank opduikelde. HIj bleef even, confuus, onder het bed zitten, maar even later lag hij op een tafeltje in de slaapkamer. De volgende ochtend zag ik echter zijn oor met inmiddels geronnen bloed. Dierenarts gebeld. Voor de zekerheid even langsgegaan.
Aan de binnenkant van zijn oortje zat een lange snee en verder waren er nog twee wondjes. Of hij ook een hersenschudding kon hebben, vroeg ik de arts. Dat wist ze niet. Dieren kunnen niet aangeven dat ze pijn hebben, zei ze. Ach, dat was nieuw voor mij... Maar Doris was onmiskenbaar geschrokken. Naar buiten gaan trok hem even niet aan. Hij sliep veel. En de slaapkamer meed hij. Om over het geliefde plekje op de kast maar te zwijgen. Van zijn harde gespin bij een enkele aai was ook al niet veel over. Hij moet een shock hebben gehad. Nu knapt hij langzaam weer op. Als ik hem roep kijkt hij me met zijn alerte oogjes even aan. Zijn levenslust keert terug.
Een bijzonder tafereel leverde zijn hachelijke avontuur wel op. Ik zag Doris en Freek gebroederlijk naast elkaar op bed liggen, vacht aan vacht. Normaal houden ze afstand, dat wil zeggen, liggen ze apart. Of ze zoeken elkaar op om te klieren en speels te vechten. Misschien zocht Doris troost en bescherming. Wie er het eerste lag weet ik niet. Misschien ging Freek wel naast Doris liggen, omdat hij aanvoelde dat zijn jongere huisgenootje behoefte aan gezelschap had. Opmerkelijk was het wel. Nu vleit Doris zich neer op het kleedje voor het raam en keert hij zich af van het tuinleven. Zijn voorpoten strekt hij voor zich uit, zijn kopje rust daar bovenop. Slapen doet hij nog veel. Maar gelukkig is hij bijna al weer de oude. En het zal waarschijnlijk niet meer zo lang duren eer hij weer een vogel of muis mee naar binnen neemt. Zoals laatst toen er een dode veldmuis op mijn vloerkleed was gedeponeerd. Daar ben ik minder blij mee. Zowel voor de muis als voor mezelf. Vooral de lange staart die bijna altijd lang uitgestrekt ligt en de fijne pootjes ontroeren me. Alweer een muisje dood. Wat is de zin van dit leventje geweest? Nou ja, daar komen we toch niet achter. Ik ga maar eens die nieuwe bijbelvertaling halen en over de voerbak en het nachtverblijf lezen. En daar staat ook in waarom wij hier op aard zijn. Namelijk om God te dienen en om goed voor onszelf en onze naasten te zorgen. Net eigenlijk zoals de moslims dat in de koran lezen.
Gisteren was ik voor mijn krant bij een daklozenopvang waar de eigenaresse van een Turks restaurant in Leeuwarden (zie voor de repo www.nrc.nl) gratis maaltijden uitdeelde aan de daklozen. Als goede daad ter ere van de Ramadan. Enkele daklozen lustten het eten niet. Anderen vonden het te flauw. Maar de meesten smakten het lekker op. Allemaal vonden ze het een hartstikke leuke geste. Vooral tante Jo. Toen ik tante Jo vroeg waar ze woonde, antwoordde ze me: ,,In de hel.'' Zo, dat was duidelijk. Ze pakte de hand van de eigenaresse en declameerde ,,Wat de toekomst brengen moge (let wel, de aanvoegende wijs, die ik nooit ben vergeten dank zij mijn leraar Nederlands in de brugklas) mij geleidt des Heren hand.'' Helaas is door ruimtegebrek de laatste zin uit mijn repootje geschrapt. Tante Jo zei tegen eigenaresse Sultan Kus van het Turks restaurant Kaya: ,,Het was heerlijk. God zegene u!'' Zo vermengden zich christendom en islam gisteren in het servicecentrum van het Leger des Heils. Sergeant majoor Feenstra, met KSM op de rand van zijn uniform, herkende een vroeger buurjochie. Hij was lang wijkagent geweest in Leeuwarden, vertelde hij. Nu was hij eind zestig. Hij hielp als pastoraal medewerker de mensen die vastliepen. Een maaltijd kost bij het Leger 1,70. Dat doen ze om de mensen enige eigenwaarde te geven. Want van het woord liefdadigheid wil Feenstra liever niet spreken. Ik sprak een Poolse man, Marek, die geen werk had. Zat hier drie jaar. Werkte in een snackbar voor 20 euro per dag. Voor dat geld kreeg hij eten en een slaapplaats. Maar dat baantje was hij kwijtgeraakt. Waar hij sliep? Als hij 5 euro had in opvang De Terp. Beschaamd schoof ik hem de 3,50 toe die ik nog in mijn portemonnee had zitten. Sommige mensen hebben veel, anderen weinig. Feenstra zei het zo: ,,Ik ben even veel waard als een dakloze. Ik heb alleen iets meer geluk gehad in het leven.'' Dat vond ik wel een mooie uitspraak.
Volgend jaar wil Sultan Kus van Kaya een grote tent ergens in Leeuwarden neerzetten, waar iedereen een gratis maaltijd kan krijgen. Ze hoopt dat ze het organisatorisch voor elkaar krijgt. In Frankrijk is al een dergelijk initiatief geweest. Want de islam is al genoeg negatief in het nieuws geweest, vindt ze. Het zal dan wel stormlopen vermoed ik. Want Nederlanders zijn dol op alles wat gratis is.

Monday, October 25, 2004

Tevreden?

Nederlanders zijn tevreden over hun eigen leven, maar de samenleving als geheel krijgt met een vijf een dikke onvoldoende. Het is een trend die volgens mij al jaren bestaat. Kankeren op de maatschappij, maar je eigen leven zo slecht nog niet vinden. Daarbij vergeten we dat we samen de maatschappij vormen. Mijn oma zei vroeger tegen mij: 'Als iedereen zo leefde als jij en ik, zag de wereld er heel wat beter uit.' Maar mopperen, zeuren en zaniken behoren tot ons mentale erfgoed. Mijn vriendin in Frankrijk pepert het me vrijwel dagelijks in: wat zijn jullie toch een verwend volkje! Dat zit maar een half jaar of langer ziek thuis! In Belgie krijg je bij ziekte na een maand al de helft van je inkomen. Moet je eens zien hoe snel mensen weer beter zijn!' Alleen voor de echte zieken is die regeling natuurlijk tragisch. Een zieke Belgische kennis zat vrijwel op zwart zaad omdat ze als pianiste een ontsteking aan haar hand had. Tja, dan is er toch veel te zeggen voor een iets beter sociaal beleid zoals het onze.
Zorgen maken we ons over de criminaliteit, normen en waarden, de sociale zekerheid, de veiligheid en ''buitenlanders''. Ik schrijf het voor het gemak maar even tussen aanhalingstekens, zoals de site www.nu.nl dat ook doet. Bedoeld wordt natuurlijk de angst voor allochtonen en vooral moslims, in het bijzonder de fundamentalisten, zoals Abu Jahjah, die vandaag nog verklaart dat hij elke dode Amerikaanse en Nederlandse soldaat in Irak met gejuich begroet. Zo maak je geen vrienden. Sterker nog: de angst voor de islam wordt er alleen maar door gevoed. Geert Wilders verhuist van het Kanaleneiland in Utrecht, omdat hij zich niet veilig voelt in een buurt met veel allochtonen. In de Diamantbuurt in Amsterdam wordt een Nederlands echtpaar weggetreiterd door Marokkaanse etterbakken. Wilders verklaart dat er in geen enkel moslimland democratie heerst. En dat onze cultuur gevaar loopt. Dat de islam een achterlijke godsdienst is, zegt hij nog net niet. Misschien vreest hij voor zijn leven, want ik las dat hij permanent door drie lijfwachten wordt begeleid en in een gepantserde auto rondrijdt. Mijn toenmalige vriendin en ik hebben het vaak tegen elkaar gezegd als we Pim Fortuyn op tv weer eens boude uitspraken hoorden doen. 'Laat hij toch uitkijken, straks schieten ze hem nog neer.'
Over normen en waarden gesproken. Burenoverlast, vroeger burengerucht geheten, wil de Leeuwarder burgemeester Dales hard aanpakken. Sinds kort woont er een soort Tokkie-familie boven mij. Ze kegelen bierblikjes over het balkon, laten dagenlang vuilniszakken vol troep in de gang of hal staan en maken de scootmobiel van mijn gehandicapte bovenbuurvrouw onklaar. Wie er wat van zegt, krijgt een grote bek. Nimmer hebben we in dit gebouw met zulke lieden te maken gehad. We zien ze altijd of met een bierblikje in de hand of met een tray vol blikjes de lift instappen. Verbaasd waren we dus niet dat een van de bezoekers een boete had openstaan wegens rijden onder invloed.
Over normen en waarden in het verkeer gesproken. Wie nog maar een minuut op de fiets zit, ervaart al grove overtredingen in het grote dorp dat Leeuwarden heet. Niet ergeren, slechts verbazen, raadde mijn vader me altijd aan, maar het kost veel moeite om die auto's die met 60 of 70 hier over de Singel scheuren geen middenvinger toe te steken. Let wel: er geldt een maximum van 30 km per uur!! Maar niemand die zich er iets van aantrekt. De Noordersingel is een racebaan. De fietsers zijn niet minder erg. Ze fietsen over stoepen en aan de verkeerde kant van de weg. Ik let er wel eens op: maar er is niemand die er iets van zegt. Mensen slikken gewoon te veel van elkaar! Al naar gelang mijn gemoedstoestand kaffer ik degene uit (zit dan meestal vlak voor mijn menstruatie), zeg vriendelijk dat "u aan de verkeerde kant van de weg fietst'. (een keer antwoorrde een meneer in het voorbijgaan dat ik gelijk had.) Of ik ga geen centimeter aan de kant en wijk op het laatste moment uit, de spookfietser een boze blik toewerpend. De achterliggende gedachte is natuurlijk pure luiheid. Mensen zijn te lui om een paar meter om te rijden. Van waar die haast? Geen idee. Ze brengen niet alleen zichzelf (die automobilist die rechts- of linksaf slaat, is er niet op verdacht dat er van die andere kant ook nog iemand kan aankomen) in gevaar, maar ook anderen. Een keer schold ik een meisje zo stijf dat ze agressief terug begon te schelden. Ik ging voor alle zekerheid maar even harder op mijn pedalen staan. Stel dat ze me achterop kwam en toevallig ook nog een mes bij zich droeg. Wij laten ons niet meer corrigeren. Als de dappere Manuel Fetter iemand zegt dat die geen bierflesje op de weg kapot moet smijten, krijgt hij een aantal messteken in zijn lijf. De agressie in dit land is groot. In het verkeer, op straat, in de winkels. 'Jullie Hollanders zijn zo bebekt. En altijd maar die grote mond open en zeggen wat je ervan vindt', aldus mijn vriendin, die jaren in Belgie en Frankrijk woont. Na een kort intermezzo van anderhalf jaar in Nederland, is ze haar vaderland weer ontvlucht. Hoffelijkheid is een woord wat Nederlanders niet kennen. Nu heeft een doornsnee Belg natuurlijk vele nadelen (gezagsgetrouw, achter je rug om dingen vertellen, maar niet rechtstreeks), maar beleefdheid is er nog wel. Zeker op straat. Ik ben nog steeds verbaasd als ik een Franse tiener ,,excuses-moi'' hoor zeggen als openingswoord. Dat is als hij je in de supermarkt per ongeluk aanstoot. Of even achter je langs wil. Een Nederlandse leeftijdgenoot wurmt zich achter je langs of zegt in het gunstigste geval: 'O, sorry!' Als een Frans- of Engelsman je de weg wil vragen, begint hij/zij met 'Excusez-moi' of 'Excuse me'. Wij vragen ons af of iemand die zegt: ,,Excuseert u mij, maar kunt u mij vertellen waar de Nieuwestad is? wel goed bij zijn hoofd is. Akkoord, wij beginnen vaak met: ,,Mag ik u wat vragen?'', maar dat is plompverloren. De aangeschotene krijgt geen tijd om even tot zich door te laten dringen wat er van hem verwacht wordt. De ander verontschuldigt zich niet, maar breekt ongevraagd bij je in. 'Neem me niet kwalijk' is een uitdrukking die ook al hoe langer hoe minder gebezigd wordt. Ik geef toe: het is ook wat lang. 'Sorry' en 'Pardon' zijn korter. Maar moeten we dan altijd die korte woordjes gebruiken? We zeggen toch ook 'draaideurcrimineel' in plaats van 'recidivist'? En is 'bolletjesslikker' ook niet lang?
Uit het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders desondanks meent dat de Nederlandse taal ook over 15 jaar nog zal bestaan. Maar mag ik dan, alsjeblieft en het spijt me echt als ik u nu beledig of excuseer me op voorhand dat ik betweterig overkom, vragen om die dan ook wat vaker te bezigen?

Wednesday, October 20, 2004

Brood bakken

Niks beters te doen? beet een goede vriendin me toe, toen ik enthousiast meldde dat ik mijn eerste brood had gebakken. Althans de door mij aangeschafte bakmachine had dit natuurlijk gedaan, maar ik had tenslotte de ingredienten in de bak gegooid. 'Dat is toch iets voor huisvrouwen die verder niks te doen hebben?' vroeg ze zich hardop af. Tja, ik ben doorgaans niet zo gevoelig voor hypes, maar de broodbakker moest er toch komen. Geinfecteerd door enthousiaste verhalen van mijn schoonzus, die aan de lopende band bakt, schafte ik er een aan. Bij de Aldi, voor 39 euro. Het eerste gebakken tarwebrood was weliswaar onvoldoende gerezen, en dus te klein, maar het was smaakte goed. Het was zelfs best lekker om te eten. En nu ligt nummer twee al in folie gewikkeld. Een stuk beter gelukt. Net een echt brood. Biologisch, want met eco-tarwemeel gebakken. En gezond, want ik gebruik olijfolie en honing en geen suiker, eieren of melk. Gisteravond heb ik ook al appeltjes gekookt en tot zelfgemaakte appelmoes verwerkt. Ik word nog een huiselijk type! De appelen waren afkomstig uit de tuin van mijn overleden moeder. Enkele weken geleden heb ik ze stiekem van de boom geplukt, ook al staat het huis al maanden leeg. Het voelt toch nog een beetje als mijn moeders boom. En ze roemde altijd over de smaak van de appeltjes die je volgens haar 'lang kon bewaren en die zo lekker fris en zoet smaakten.'
Natuurlijk heb ik wat beters te doen. Mijn huis is een puinhoop. Bezoek kan ik niet ontvangen. In de chaos probeer ik orde te scheppen, maar het valt niet mee. Dat de nood hoog gestegen was, bleek wel uit het feit dat ik ruim een meter oude ongelezen kranten bij het oud papier heb gezet. Dat vergde een iets minder grote mentale krachtsinspanning dan ik eerder had gedacht. Maar toch wil het wat zeggen voor mij! Ik die elke pagina bekijk en de honderden artikelen opberg in een van mijn zes ladenkasten. Dat zou ik althans moeten doen. Maar ik ben hopeloos achter. Na een drukke werkdag kijk ik liever even tv, bel iemand op, ga naar de infra-rood-sauna, de film of de stad in. Ik wist toch niet meer wat er op die stapel lag. Dus weg ermee. Dat ruimt op en geeft een opgelucht gevoel. Mijn buurvrouw coacht me bij de opruimactie. Haar advies: eerst ruimte scheppen. Maar mijn hok staat nog vol en verder is er ook weinig plaats meer. Ze raadde me aan om twee stapeltjes te maken: een van tijdschriften en een van artikelen die nog een plaatsje in het archief verdienen. Niet dat ik daar al mee begonnen ben. Maar het advies ligt er tenminste.
Vanavond dan maar? Het is inmiddels haast zeven uur. Ik moet nog koken. En is er geen voetbal op tv? Uitstelgedrag, ik weet het. Ooit kreeg ik een gouden tip van iemand die ik interviewde over een cursus tijdmanagement. 'Elk papier moet je maar 1x in je hand nemen. Of weggooien (oud papier of prullenmand) of opbergen in een map, kast of het archief. '
Is zo'n groot archief eigenlijk wel nodig? Kun je tegenwoordig niet alles op internet vinden? wagen enkele vrienden me soms te vragen. Waarop ik verontwaardigd antwoord dat ik zweer bij mijn ruim 14 jaar oude archief en dat internet niet volmaakt is. En dat ik door een la open te trekken en er een enveloppe uit te halen direct alle gegevens voor me heb liggen. ''Op internet vind ik niet zo snel een stukje uit 1990'', verdedig ik mezelf. Zuchtend denk ik stiekem wel eens: maar doet het er inderdaad wat toe voor een stukje uit 2004 wat er veertien jaar eerder gebeurde? Ik houd mezelf voor (de gek?) dat een pakkend historisch detail in een artikel nooit weg is. En dat ik dus wel veel moet bewaren. Maar ik geef onmiddellijk toe dat het heerlijk was om zonder schuldgevoel vier mappen op te schonen die boordevol oude jaarverslagen, onleesbare faxen en oude aantekeningen lagen. Weg ermee! Goddank is er vanmiddag een ondergrondse oud papierbak schuin tegenover mijn huis ingegraven. Die ga ik zo maar eens inwijden.

Sunday, October 17, 2004

Hannes



Ze belde vanuit de auto en zei dat ze ''I want to break free'' van Queen keihard had aanstaan en het nummer achter elkaar draaide. Opeens klonk ze geagiteerd. Vandaag zou ze weer spreken met vertegenwoordigers van het ministerie. Wat meenden die wel, zeg? Een zeehond hoort in zee, zoveel wilde ze zeggen. En ze had, bijzonder voor haar, een net pakje aangetrokken en haar Koninklijke onderscheidingen pontificaal op haar rever gespeld.
Lenie 't Hart kan bij mij geen kwaad doen. Ze praat veel en snel, heeft altijd sappige quotes, en een groot hart voor dieren. Toch moet je haar soms afremmen. En als je een kritische vraag stelt, kan ze soms verongelijkt klinken. Waarna je bij jezelf moet toegeven dat het misschien toch wel waar is wat zij zegt.
Ik belde haar voor het bericht over Hannes, de zeehond, die zes weken geleden was ontsnapt uit een Duitse dierentuin. Na omzwervingen waren Lenie's medewerkers te hulp geschoten en wisten ze het jonge dier bij de Vecht bij Dalfsen te vangen. Niet nadat
met de diergaarde was afgesproken dat Hannes zou worden vrijgelaten in de Zeeuwse wateren. Maar de communicatie met het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit was niet optimaal, meldde de zeehondenmoeder. Het bleek dat ze een speciale uitzetvergunning nodig had, omdat zeehonden die in gevangenschap zijn geboren, niet in de vrije natuur mogen worden uitgezet. De dieren zouden mogelijk virussen op hun vrije soortgenoten kunnen overbrengen. Die aanvraag was ingediend, verklaarde Lenie. Maar de woordvoerder van het Ministerie zei dat de communicatie helemaal niet stroef was verlopen. Die was glashelder geweest! Hij dacht dat de vergunning vermoedelijk zou worden afgewezen. Want de zeehondencreche was niet de rechtmatige eigenaar. En de Tiergarten zei me dat ze afstand hadden gedaan van Hannes, op voorwaarde dat de Nederlandse autoriteiten zouden instemmen. Een mooie vicieuze cirkel. Niet voor Lenie. Ze is overtuigd van haar gelijk. Hannes is geboren in gevangenschap, maar zal het niet lang maken in de dierentuin in Nordhorn. Daar immers zit zijn vader (die wel in de vrije natuur is geboren) en twee mannetjes in een klein bassin 'wordt oorlog'', wist 't Hart. Maar is Hannes nu wel van 'Pieterburen?' Jazeker, onderstreepte ze. Wij zijn de eigenaar. 'En als de Duitsers dwars gaan liggen, spannen we een kort geding aan', klonk het strijdbaar. 'We vragen de rechter dan om Hannes op borgtocht vrij te laten!' Lenie schaterde het uit.
Landbouw is minder vrolijk. Zitten duidelijk in hun maag met 't Hart. Toen enkele jaren geleden de opvang van zeehonden ter discussie stond - er waren er genoeg - was een kleine lobby van de zeehondenmoeder voldoende om partijen als CDA en VVD over de streep te trekken.
Lenie, daar zullen voor- en tegenstanders van haar opvang het over eens zijn, is een gedreven vrouw. Die thuis wel eens een zeehond in haar badkuip opving. Die al tientallen jaren op de bres staat voor de hondse zeedieren. Die elke geredde zeehond er een vindt. Die lak heeft aan internationale verdragen en regels die voorschrijven dat er genoeg van zijn en dat je een ziek dier maar moet laten sterven op een zandbank.
Ik ben benieuwd of ze Hannes vrijkrijgt!