Vandaag in Huize De Mik

Tuesday, April 13, 2010

Selma

Ze zat vooraan, Selma Engel-Wijnberg, in haar felgroene halflange jasje. Het enige kleurige in het meeste zwart en grijs. Naast demissionair minister Klink. Een vriendelijke aprilzon bescheen het kale terrein van voormalig doorgangskamp Westerbork, het voorportaal van de hel. Selma Engel (87) deed me aan mijn overleden moeder denken. (Die zou nu 90 jaar zijn geweest). Klein, broos, maar dapper en ongebroken. Na 65 jaar klinkt haar verontwaardiging over haar kille behandeling na de oorlog nog authentiek en oprecht. Net als haar woede over de dood van vele, vele joden in de vernietigingskampen. Why? zei ze gisteren op een persconferentie, terwijl ze beide armen de lucht instak. "Ik begrijp het niet!" Het valt ook niet te begrijpen. Er is geen antwoord op het waarom van de holocaust, zei rabbi Ies Vorst. Net op dat moment dwarrelde er uit het niets een enkel blaadje naar beneden en ruist de wind door de toppen van de bomen. Het eerste deel van deze zin had ik in mijn verslag gezet, maar de eindredactie heeft die geschrapt. Omwille van de lengte wellicht. Het is niet erg. De plechtigheid was indrukwekkend. Ontroerend. Ik heb in die 25 jaar dat ik stukjes schrijf al veel gruwelijks verslagen. De aanblik van twee doodskistjes van vermoorde kinderen, een moordenaar die op een paar meter afstand van me in de rechtszaal zat. Het deed me wel iets, maar gisteren in Westerbork, toen de muziek klonk en ik naar Selma Engel keek, die uit het vernietigingskamp Sobibor was gevlucht tijdens een joodse opstand in oktober 1943, voelde ik mijn ogen glazig worden. Het was nog maar 67 jaar geleden dat de nazi-moordmachine op volle toeren draaide. Dat Selma hier zat, was een wonder. Niemand had Sobibor mogen overleven vonden de nazi's. Kampgevangenen die anderen de gaskamers in zagen lopen en de lijken moesten ruimen, werden na verloop van tijd doodgeschoten en vervangen door een nieuwe ploeg. Alle sporen moesten worden uitgewist. Alle joden vergast, gedood. Selma en haar latere man Chaim ontkwamen de hel en doken onder. Bij een Poolse boer. Op zich ook een wonder, want op het Poolse platteland vierde het anti-semitisme hoogtij. Menig ontsnapte joodse gevangene werd door andere Polen aan de SS uitgeleverd. En werd alsnog vermoord. Maanden huisden Selma en Chaim op een zolderverdieping van een paardenstal. Ze zaten onder de schurft. Selma zat er doorheen, maar Chaim sprak haar moed in. Toen ze na de bevrijding eindelijk in haar geboorteland arriveerde, kreeg ze een koude douche. Omdat ze met een Pool was getrouwd moest ze het land uit. Chaim werd verteld dat hij maar moest onderduiken. Het was dat Polen de grenzen gesloten had, anders had de Nederlandse regering de holocaustoverlevenden zonder pardon het land uitgezet. Aarden konden ze daarna niet echt meer in het voor haar zo onwelkome Nederland. Via Israel verhuisde het echtpaar naar de Verenigde Staten. Selma zwoer nooit meer naar Nederland terug te komen. Ze had er niks mee, ze had er geen familie meer, die was uitgemoord.
Maar ze kwam wel. Ze kreeg een lintje en excuses. Maar die kwamen te laat. Dat had ze gezegd toen ik nog niet op de persconferentie in het Herinneringscentrum was. Ik kwam te laat en stelde de vraag opnieuw. De spijtbetuiging van Klink kan niet goedmaken wat er is gebeurd, zei ze. Ze herhaalde niet wat ze eerder tegen mijn collega's had gezegd. Dat die excuses te laat kwamen. Ik vroeg mijn collega's er niet naar. Na afloop wilde ik haar een hand geven. Zomaar. Om haar moed, omdat ik haar sympathiek vond. "Ik vind het geweldig dat u hier bent," zei ik. Sloeg het ergens op? Wat kan het haar schelen dat een journalist dit vindt? Selma is voor mij een historische figuur. Ik had de film "Escape from Sobibor" in de jaren negentig twee keer gezien. Rutger Hauer speelt een hoofdrol. De film raakte me diep. En hier zat de echte Selma. Ze leeft. Ze leeft nog steeds. Ze heeft ongelooflijk veel geluk gehad, zegt ze zelf in haar boek.
Eerder deze week maakte ik een berichtje over twee geveilde brieven van Mata Hari. Het Fries Museum had ze aangekocht voor duizend euro. De eindredactie had het bijvoeglijk naamwoord ,,Zeeuwse'' toegevoegd. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik het vrijdag jl. in de krant zag staan. Mata Hari, Margreet Zelle, werd geboren in Leeuwarden en was dus Friezin! Enig chauvinisme borrelde bij me op. Je kunt van een Drentse of Groningse schrijven dat ze Zeeuwse is, maar als dit bij een Friezin gebeurt en ook nog een geboren Leeuwardense, dan gebeurt er iets bij deze correspondent. Ik belde die vrijdagavond nog de voorlichter van het museum. Hoewel ik wist dat de courtisane annex vermeend spionne niets met Zeeland had, checkte die het op mijn verzoek. Nee, dus! Ergernis, wie doet zoiets zonder mij te raadplegen? Waar blijven we als redacteuren berichten van anderen gaan "opleuken" met foute informatie? Waarom even geen telefoontje gepleegd? De desbetreffende kunstredacteur wist ook niet waar dat woordje "Zeeuwse" vandaan was gekomen. Ik tikte meteen een C en A (Correcties en Aanvullingen). Het ergste is natuurlijk dat er ,,door onze correspondent'' boven staat. Lezers denken dat IK dit heb geschreven. Gelukkig kon ik mijn frustratie even delen met een aardige binnenlandcollega. Die kon heel goed invoelen wat ik doormaakte. "Maar het is nog erger als je zelf zo'n fout maakt," vond hij. Dat is ook zo. En de eindredactie heeft mij ook geregeld behoed voor een flater. Laatst nog, toen ik een 0 was vergeten in de hoeveelheid uitgeefbare grond in Blauwestad. Dat was 1,6.000.000. Gelukkig attendeerden oplettende lezers ons en kon de nul worden toegevoegd. Ach, mensen maken fouten. Anderen en ik. Abraham Lincoln zei het ooit: ''Wie niet in staat is een fout te maken, is tot niets in staat."

0 Comments:

Post a Comment

<< Home