Vandaag in Huize De Mik

Friday, April 20, 2007

Blingbling

Het komt niet vaak voor dat het NOS Journaal een woord gebruikt, waarvan ik de betekenis niet ken. Maar gisteren was het zo ver. De nieuwslezer hoorde ik op de radio het woord ,,blingbling'' gebruiken, zonder er een toelichting of betekenis bij te geven. Het werd gebruikt in een bericht over de wenselijkheid van gevangeniskledij. Een meerderheid in de Kamer wil jongeren in gevangenissen in uniformen steken, om de showerige machocultuur van vooral Marokkaanse jongens te doorbreken. "Die lopen in dure merkkleding en blingbling.'' Ik piekerde me suf wat hiermee bedoeld kon worden en vond het vreemd dat de term niet werd uitgelegd. Ik weet haast zeker dat oudere luisteraars evenmin wisten wat het woord betekende. Ik zelf had er in elk geval nog nooit van gehoord. Nu wreekte zich dat ik nooit naar MTV of die andere jongerenzenders kijk, dacht ik. Ik zocht het woord vanmorgen op, nadat ik mijn vriendin (begin 30) nog had gevraagd of zij wist wat blingbling was. Hardop denkend zei ze dat het wel iets glinsterends moest zijn, wellicht sieraden. Ik zocht daarop op internet, en ja, ze had gelijk. Het blijkt een trend in de telecomwereld te zijn, de voornaamste zelfs vorig jaar. Glitter, glans en glamour moeten het mobieltje omringen, vooral de gsm's van de dames natuurlijk. Zij hangen dan diverse glimmende decoraties, hangertjes of versieringen met stenen (nep of echt) om hun hals, naar het schijnt. In de wereld waarin ik me begeef ben ik het echter nog nooit tegengekomen, wellicht ook omdat ik geen tienernichtjes heb, alleen neven. Het woord, dat tot mijn schrik vorig jaar zelfs werd opgenomen in de Van Dale, het groot woordenboek der Nederlandse taal, werd oorspronkelijk bedoeld voor sieraden. Nu is het inmiddels een algemeen geachte term voor allerlei versieringen zoals riemen, tasjes, zonnebrillen, schoenen en kleren. Het werkwoord blingen blijkt "opzichtig showen" te betekenen, zo lees ik. En er wordt tevens alles mee aangeduid wat modieus is.
Bling bling is afkomstig uit de muziekcultuur van rappers en hiphoppers. Het blijken vooral de rappers te zijn, die zich uitdossen met gouden juwelen om te pronken met hun rijkdom. Zo weer wat geleerd. Het NOS Journaal heeft gelijk. Als een woord in de Van Dale
staat, mag dit algemeen bekend worden geacht, moet de redactie hebben gedacht. Ik vraag me toch af hoeveel mensen het toch niet wisten. Maar misschien loop ik zelf wel achter en ben ik inmiddels met mijn 45-plus hopeloos ouderwets. "Blingen" is natuurlijk, bedenk ik me ineens, een samenvoegsel van blinken en glimmen! Maar waarom is het dan niet glimglim of blinkblink geworden? Vermoedelijk omdat de laatste k bij blinkblink wegvalt in de uitspraak van de over het algemeen slecht articulerende jeugd. Het spijt me maar zelf blijf ik bij blingbling denken aan een goed hoorbare fietsbel!

Thursday, April 19, 2007

Nederigheid

Voor mijn krant was ik vanmiddag bij de presentatie van het boek ,,De wet van de koestal'' van Sytze Faber in het Koetshuis van Landgoed Lauswolt in Beetsterzwaag. Ze wilden voor de zekerheid dat er iemand bij was, om te horen of oud-informateur Wijffels nog iets spannends te zeggen had over de informatie. Sytze Faber stond bij de ingang met de manager van Lauswolt. Ik stelde me voor en zei dat ik hem ooit - het moet 1994 zijn geweest denk ik- had geinterviewd toen hij nog burgemeester van Hoogeveen was. In het zaaltje was het al aardig vol. Veel ouder publiek stond aan de kant. In het midden stond een tafel met de heerlijkste lekkernijen te pronk: schaaltjes met stukjes noga, chocolade, koekjes en ander lekker suikergoed. Niemand nam wat. Dat zei een fotograaf tegen me. "O, ik heb al een stukje noga op"", antwoordde ik. Ik zag mijn Friesch Dagblad-collega Sjirk Kuiper binnenkomen. Later kwam hij op me af en gaf me een hand. ,,Ik ben Sjirk Kuiper, voorlichter van de ChristenUnie." Ik vond het wel een geestig grapje en ging er niet op in. Maar al te vaak ga ik serieus op grapjes in. Zoals vanmorgen. Ik belde Geert Dales over het feit dat geen van de 160 Friese trouwambtenaren gehoor had gegeven aan een uitnodiging voor het bijwonen van de opening van een tentoonstelling in het Verzetsmuseum over homo's in nazi-Duitsland. Dales wist van niks. Terwijl hij toch tot de doelgroep behoorde. Want buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en gay. De organisatie had deze gebeurtenis kennelijk ,,geheim'' willen houden, schertste hij. "Geheim?'' vroeg ik. Dales aarzelde. Nou ja, bij wijze dan.... Dus later informeerde ik voorzichtig bij Sjirk: 'Zeg, je bent hier toch voor het FD? Nee, hij werkte per 1 april voor de ChristenUnie. Ik zag ook Willem Aantjes, oud-politiek leider van de ARP. Grijs, broos, al op leeftijd. Bijna dertig jaar geleden was dit de beoogd premier. Althans als zijn lidmaatschap van de Germaanse SS niet was ontdekt. Weg politieke carriere. Ook Andre Roevoet en Wijffels waren aanwezig. Faber vond de ChristenUnie van nu erg veel lijken op de ARP van 40 jaar geleden, namelijk met een sterk sociaal gezicht en oog voor het milieu. Na afloop bekende hij dat hij ChristenUnie had gestemd. "Maar dat is niet voor de krant" zei hij tegen mij en een collega.
Rouvoet zei nog iets moois: "Politiek gaat om macht, maar christelijke politiek is je dienstbaar maken aan gerechtigheid." Geldt dan blijkbaar niet voor homo's die als een tweederangsburger worden afgeserveerd door de passage van weigerambtenaren in het regeerakkoord. Een legitimatie voor discriminatie. Rouvoet nam alleen deel aan het kabinet om zijn christelijk-sociale doelstellingen te realiseren. "Het pluche is bijzaak." Wijffels zei dat in Beetsterzwaag de basis voor het kabinet was gelegd. Niks geen lijstjes met eisen, niks elkaar aftroeven, niks onderhandelen, maar de dialoog voeren. Hoe moet Nederland er uit zien, wat willen we? Waar vinden we overeenstemming? Na afloop stond hij voor de camera's van de NOS. Ik wilde hem aanschieten, maar dacht: ach, laat hem eerst maar even een kop koffie pakken. Later was hij verdwenen. Hij stond langdurig met Rouvoet voor de ingang te praten. Tot twee keer toe vroeg ik hem of ik hem nog even kon spreken. "Ik loop niet weg", zei hij. Ik stelde me voor. "Ah, u bent die mevrouw die hier in de bosjes zat." Ja, tijdens de formatiebesprekingen was ik omgelopen en zag de heren aan de achterkant van het koetshuis een luchtje scheppen. Die inventiviteit was hem blijkbaar bijgebleven! - Dat u dat nog weet, zei ik. Al na enkele zinnen bleek dat hij weinig zin had om mijn vragen nog verder te beantwoorden. Hij sloeg me even op de schouder en zei: "Maar dit is allemaal al oud nieuws hoor." - Ach, ik ben maar een eenvoudig correspondentje", schamperde ik. "Maar nu moet ik echt weg", zei hij en beende naar binnen. Ons gesprek was abrupt beeindigd. Vond hij zijn gesprekspartner niet goed genoeg geinformeerd? Had ik het verkeerde jasje aan? Feit is dat me dit in jaren niet is overkomen. Maar ach, het is wel een lesje in nederigheid. Passend bij de gereformeerde moraal bovendien en daarom toepasselijk bij deze middag. "Wat is de mens dat U zijner gedenkt?"
En het doet je beseffen dat je als journalist ook maar een mens bent. En dat niet iedereen altijd voor je klaarstaat. Uit angst anders een slechte pers te krijgen. Dank u meneer Wijffels!

Wednesday, April 04, 2007

Fries eigen

Hij kon het natuurlijk zelf wel een beetje bedenken, zei hij, maar toch belde mijn NRC-collega vanmorgen even op: Wat is ,,Fries eigen'', zoals ik mijn verslag had geschreven? Ja, dat is toch het belang van het Friese culturele erfgoed en de taal dacht ik hardop. Of zou het ook het nuchtere, botte en recht voor zijn rape zijn, of het schuchtere en het licht onder de korenmaat stekende en jezelf vooral niet op de schouder kloppen en zeker niet hoog van de toren blazen? Fries-eigen is weer iets anders dan Frysk-sinnich natuurlijk. Opnieuw belde de eindredactie later. Dat ,,Omrop'' in ,,Omrop Fryslan'' is toch zonder 'e' he?,,Ik ben niet zo vertrouwd met de Friese taal," verontschuldigde mijn collega zich op voorhand. Ik erger me groen en geel als een vlijtige eindredacteur er Omroep Fryslan of nog erger: Omroep Friesland van maakt. De Friese omroep kan natuurlijk weer wel.
Op half een belde mijn chef of ik nog snel een vetje kon maken over de Drachtster trouwambtenaar Jan Rozema, die opstapt, omdat hij homo's weigert te trouwen. Hij is het niet eens met de onlangs aangenomen raadsmotie waarin staat dat alle Buitengewoon Ambtenaren van de Burgerlijke Stand (BABS) alle paren, ook van gelijke kunne, moeten huwen. Er was een ANP'tje binnengekomen. En of ik binnen een half uur kon leveren. Ik belde met de voorlichting van Smallingerland, waar een dame mijn vraag noteerde en beloofde terug te bellen. ''Ik zit voor mijn deadline, graag zo snel mogelijk'', zei ik. Later belde een collega van haar terug. Rozema was niet bereikbaar. Ik vroeg of er soms een motie was aangenomen in Smallingerland, want waarom zou Rozema anders opstappen? Dat wist de betreffende dame niet. Ze zei dat ze nog maar een paar maanden bij voorlichting werkte. Ze zou het uitzoeken en met terug laten bellen. Dat gebeurde, maar nu door een derde voorlichtster die me alle informatie gaf. Ook dat het hier een wethouder betrof van ChristenUnie huize betrof, die vorig jaar met alle collegeleden als BABS was benoemd. En ja, hij bleef wel aan als wethouder. Intussen had ik mijn altijd behulpzame ANP-collega al gebeld, die zei dat hij Rozema evenmin te pakken kon krijgen. ,,Weet je dat nieuws al van die bussen van Conexxion?''Nee, dat wist ik niet. Omrop Fryslan meldde dat ze uit de roulatie werden genomen.
Ik had vanmorgen ook al een necro geschreven over Albert Waalkens, de boer en galeriehouder die was overleden en zat al voor een deadline. Vanmorgen werd ik om half 9 al gebeld door een collega van de kunstredactie. Waalkens was 1 april overleden. De redacteur beeldende kunst kon geen necrologie schrijven en uit het archief bleek dat ik de Groninger ooit eens had geinterviewd. Dat herinnerde ik me nog, het was in 2000 en ik was enthousiast over de galerie naast zijn woonboerderij, de nuchterheid en de bevlogenheid van de akkerbouwer annex kunstkenner, die menig jong kunstenaar had ,,ontdekt.'' Ik kon gelukkig wat citaten overnemen uit mijn eigen stuk en belde nog even met directeur Kees van Twist van het Groninger Museum. Altijd handig als je nog ergens een 06-nummer hebt. Die vertelde dat hij Waalkens goed had gekend. Die leefde al in een schemerzone, deelde hij mee. ,,Hij was dementerende. De laatste keer dat hij Waalkens had ontmoet was er echter geen sprake van somberte, maar juist van vrolijkheid. ,,Hij zei: ik weet straks nog wel dat ik een glaasje jenever heb gedronken, maar niet dat jij langs bent geweest.'' Van Twist gaf me het nummer van een galeriehouder die Waalkens ook goed kende. Zij bleek nog niet te weten dat haar collega was overleden en vroeg me wanneer de begrafenis was. Dat wist ik niet. Ze vertelde dat hij ,,een zeer genereus mens' was. Ze kwam in 1991 met hem in contact toen ze zelf een galerie opende. Hij sprak Gronings en zei: ,,Wicht, hier heb je mijn adressenbestand, doe ermee wat je wilt. Dan heb je een begin.'' Ja, competitie was hem vreemd, vertelde ze me. "
Ook zijn levenspartner belde ik in Amsterdam, maar zij was niet te bereiken. Dat deed ik overigens met aarzeling. Ik herinner me toen ik net enkele maanden bij Persburo PENN werkte, toen in 1985 Abe Lenstra overleed. Mijn chef vroeg me een stukje te schrijven en in mijn onbevangenheid belde ik de familie. Ik kreeg een huilende dochter aan de lijn en geneerde me rot. Gelukkig gaf ze me een naam van iemand die veel wist over Abe. Niet dat dit heel erg nodig was. Mijn directeur ging achter de toen nog elektronische typemachine zitten, stak een sigaar op en begon uit zijn hoofd een in memoriam te tikken. Dat kon hij,
zoals hij uit zijn hoofd een stuk over Jopie Huisman kon schrijven, gebaseerd op de diverse interviews die hij in de loop der jaren met hem gehad had. Met open mond keek ik toe. Het waren smeuige, leesbare verhalen vol anekdotes.
Vandaag stond op de kunstpagina een stukje over het feit dat Voltaire ooit een briefje in het Nederlands had geschreven. Dat had ik gister dus al in de krant kunnen hebben, want eergisteren kreeg ik hier al een persbericht over. Maar ik liet het stomgenoeg liggen. Te druk met andere zaken. Morgen naar een rechtszaak van een vrouw die ervan wordt verdacht haar vriend van de Martinitoren te hebben gegooid.