Verzoek
Steeds vaker komt het voor dat geinterviewden of mensen die mij bellen mij een verzoek doen. Zoals laatst. Iemand van een actiegroep belde. Ze hadden een rapport over de onwenselijkheid van de baanverlenging van vliegveld Eelde. Dat was in opdracht van hen opgesteld door een luchtvaartdeskundige. Nou had de beller zo gedacht: we willen het liever aan een kwaliteitskrant als het NRC geven dan aan het Dagblad van het Noorden, dat toch al niet veel opheeft met alle protesten tegen een langere start- en landingsbaan. Dan heeft het NRC dus de primeur. En dan had hij zo gedacht dat ik het dinsdag in de krant kon hebben. Dan ging het de dag erna naar de andere media. Je voelt je gek genoeg nog even een seconde gevleid, tot je je realiseert dat de beller er natuurlijk alle belang bij heeft om in het NRC te staan. Even onbescheiden: niet zelden leidt een publicatie in mijn krant (en vele andere kranten) tot Kamervragen. Een paar dagen na mijn stukje over de PDA van de Groningse politie (een pocket-computer, waarop surveillerende agenten direct kunnen zien wie in de straat nog een boete heeft openstaan of wie nog een straf moet uitzitten) meldde Minister Hirsch Ballin al dat hij dat ding landelijk wilde invoeren. Nu had mijn krant even genoeg van verhalen over protesten van burgers tegen baanverlenging of wat dies meer zij, dus er kwam helemaal niets van dat rapport in de krant.
Enkele weken geleden was ik bij de rechtszaak van de casinomedewerker die een rookvrije werkplek eiste. De krant wilde wel een verslagje. De volgende middag bleek dat mijn chef er toch een nieuwsbericht van had laten maken. Vakkundig ingekort door een zeer bekwame collega, daar niet van. Maar het is toch wel zuur. Maar ik kon het sportief op nemen. It' s all in the game, hoewel je je kunt afvragen waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt. We hadden die dag, uitzonderlijk, namelijk wel drie binnenlandpagina's. Maar zeuren wilde ik niet. De baas van Holland Casino had in de rechtszaal verteld dat roken en gokken goed samengaan. Ik belde de pr-man nog even om zijn voorletter te vragen. En die vroeg wat ik zou citeren. Waarop ik dit voornoemde citaat noemde. Dat had hij toch liever niet in de krant, want hoewel het wel gezegd was, klonk het zo negatief. Of ik niet wilde toevoegen dat van alle casinobezoekers er 50 procent rookt. Dat deed ik niet. Het verslagje was toch al ingekort.
Een ander verzoek kwam toen ik onlangs voor mijn kunstredactie een expositie bezocht. Na de rondleiding in het museum vroeg de conservator of ik niet ook de naam van de medesamensteller van de tentoonstelling wilde noemen. ,,Want die jongen zoekt nog een baan''. Aanvankelijk stuitte me dit tegen de borst, maar ik was in een welwillende bui en vond het wel informatief om beide samenstellers te noemen, dus behalve de conservator ook hem.
Een tevreden geinterviewde is zelden een goed teken. Dat kan betekenen dat je niet kritisch genoeg bent geweest. Ooit antwoordde een opdrachtgever mij, toen ik vertelde dat ze bij een bepaalde instelling mijn bloed wel konden drinken: ,,Dat is meestal een teken dat je je werk goed gedaan hebt.'' Tevreden was de voorlichtster van een bank over mijn stuk. Ze had me gebeld en nodigde me uit voor de jaarlijkse presentatie van de jaarcijfers. Ik reed naar het chique buiten en parkeerde mijn gehavende Volvo schuin in het deftige plantsoen. Het stuk wilde ze vantevoren nog lezen. Tegenwoordig heb ik daar niet zo heel veel problemen mee. Eis is wel: alleen feitelijke correcties. Andere zaken neem ik nooit over. Het woord ,,plattelandsbank'' bleef dan ook staan. Maar mijn economieredactie toonde zich, voor het eerst in mijn zeventienjarige carriere, ontevreden. Of ik het stuk hier en daar kon aanpassen. Dat kon. Maar later bleek het gedateerd. Dus bleef het stuk ongeplaatst. De chefs worden de laatste tijd kritisch bekeken op hun keuzes en de inhoud van de stukken die zij plaatsen. Bijna elke ochtend krijgen we een mail van de hoofdredactie over wat goed was en wat beter kon.
Vandaar wellicht ook die vergaande kritische blik. Onderwerpen worden aan een kritische blik onderworpen. We hoeven niet ,,alles'' te hebben, maar willen zelf keuzes maken en meer eigen nieuws maken. Veel grote achtergrondstukken ook. Maar het nieuws mag er ook weer niet bij inschieten.
Meegaandheid is een slechte eigenschap voor een journalist. Anderzins maak ik de andere kant van nabij mee. Slechte omgangsvormen en keuzes die niet worden toegelicht. Mijn vriendin werd bijna een half jaar geleden geinterviewd door het blad Aktueel over haar duurzaamheidsproject Natuurlijk Leven. Het mannenblad wilde een andere, bredere en vooral ook vrouwelijke doelgroep aanspreken. Maar tot op heden is het nog steeds niet geplaatst. De betreffende journalist, die een zeer lezenswaardig en interessant artikel schreef, heeft tot op de dag van vandaag nagelaten uit te leggen waarom de hoofdredactie afziet van plaatsing. Dat is natuurlijk zeer onbehoorlijk. Als je uren uittrekt voor een interview, je er tijd aan besteedt en er verschijnt nooit iets over je in het betreffende medium is dat onbegrijpelijk. Nog onbevredigender is dat onduidelijk blijft waarom niet. Onlangs werd mijn partner opgebeld door de fotograaf van De Volkskrant, want door de klimaatsveranderingen staat het zelfvoorzienende project volop in belangstelling. Of hij langs mocht komen voor een foto. Ja, natuurlijk. De volgende dag stond er echter geen foto in de krant. De betreffende eindredacteur bleek 's avonds ineens minder enthousiast dan zijn voorganger die middag. In dit geval mailde de fotograaf netjes dat de foto niet meeging. Hij zei ook dat het soms zo ging en dat hij erin berustte. Onbenoemd bleef waarom de voorkeur aan een andere foto was gegeven. Onbevredigend.
Maar ook bij zijn stukken blijven liggen. Zo'n vijf a zes jaar geleden interviewde ik de Friese korpschef, maar het stuk ging maar niet mee. Niet dat het niet goed was, integendeel, maar de aanleiding was intussen verdwenen. Dus was het wachten op een nieuwe kapstok. Die leek er steeds te komen. En mijn chefs beloofden mij dat het mee zou gaan. Maar het gebeurde nooit. Een van mijn oude chefs vertelde mij eens dat stukken die lang op de plank blijven liggen op een gegeven moment onbedoeld het etiket krijgen dat er iets mee is. Uiteindelijk wordt het stilletjes van de lijst afgevoerd, want een artikel dat pak hem beet al twee maanden in de wacht staat, tsja, dat kan toch niet meer actueel zijn... De korpschef heeft mij er nooit op aangesproken. De voorlichter haalde zijn schouders erover op. Goddank wisten zij dat het misschien wel ..all in the game'' was.
Enkele weken geleden was ik bij de rechtszaak van de casinomedewerker die een rookvrije werkplek eiste. De krant wilde wel een verslagje. De volgende middag bleek dat mijn chef er toch een nieuwsbericht van had laten maken. Vakkundig ingekort door een zeer bekwame collega, daar niet van. Maar het is toch wel zuur. Maar ik kon het sportief op nemen. It' s all in the game, hoewel je je kunt afvragen waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt. We hadden die dag, uitzonderlijk, namelijk wel drie binnenlandpagina's. Maar zeuren wilde ik niet. De baas van Holland Casino had in de rechtszaal verteld dat roken en gokken goed samengaan. Ik belde de pr-man nog even om zijn voorletter te vragen. En die vroeg wat ik zou citeren. Waarop ik dit voornoemde citaat noemde. Dat had hij toch liever niet in de krant, want hoewel het wel gezegd was, klonk het zo negatief. Of ik niet wilde toevoegen dat van alle casinobezoekers er 50 procent rookt. Dat deed ik niet. Het verslagje was toch al ingekort.
Een ander verzoek kwam toen ik onlangs voor mijn kunstredactie een expositie bezocht. Na de rondleiding in het museum vroeg de conservator of ik niet ook de naam van de medesamensteller van de tentoonstelling wilde noemen. ,,Want die jongen zoekt nog een baan''. Aanvankelijk stuitte me dit tegen de borst, maar ik was in een welwillende bui en vond het wel informatief om beide samenstellers te noemen, dus behalve de conservator ook hem.
Een tevreden geinterviewde is zelden een goed teken. Dat kan betekenen dat je niet kritisch genoeg bent geweest. Ooit antwoordde een opdrachtgever mij, toen ik vertelde dat ze bij een bepaalde instelling mijn bloed wel konden drinken: ,,Dat is meestal een teken dat je je werk goed gedaan hebt.'' Tevreden was de voorlichtster van een bank over mijn stuk. Ze had me gebeld en nodigde me uit voor de jaarlijkse presentatie van de jaarcijfers. Ik reed naar het chique buiten en parkeerde mijn gehavende Volvo schuin in het deftige plantsoen. Het stuk wilde ze vantevoren nog lezen. Tegenwoordig heb ik daar niet zo heel veel problemen mee. Eis is wel: alleen feitelijke correcties. Andere zaken neem ik nooit over. Het woord ,,plattelandsbank'' bleef dan ook staan. Maar mijn economieredactie toonde zich, voor het eerst in mijn zeventienjarige carriere, ontevreden. Of ik het stuk hier en daar kon aanpassen. Dat kon. Maar later bleek het gedateerd. Dus bleef het stuk ongeplaatst. De chefs worden de laatste tijd kritisch bekeken op hun keuzes en de inhoud van de stukken die zij plaatsen. Bijna elke ochtend krijgen we een mail van de hoofdredactie over wat goed was en wat beter kon.
Vandaar wellicht ook die vergaande kritische blik. Onderwerpen worden aan een kritische blik onderworpen. We hoeven niet ,,alles'' te hebben, maar willen zelf keuzes maken en meer eigen nieuws maken. Veel grote achtergrondstukken ook. Maar het nieuws mag er ook weer niet bij inschieten.
Meegaandheid is een slechte eigenschap voor een journalist. Anderzins maak ik de andere kant van nabij mee. Slechte omgangsvormen en keuzes die niet worden toegelicht. Mijn vriendin werd bijna een half jaar geleden geinterviewd door het blad Aktueel over haar duurzaamheidsproject Natuurlijk Leven. Het mannenblad wilde een andere, bredere en vooral ook vrouwelijke doelgroep aanspreken. Maar tot op heden is het nog steeds niet geplaatst. De betreffende journalist, die een zeer lezenswaardig en interessant artikel schreef, heeft tot op de dag van vandaag nagelaten uit te leggen waarom de hoofdredactie afziet van plaatsing. Dat is natuurlijk zeer onbehoorlijk. Als je uren uittrekt voor een interview, je er tijd aan besteedt en er verschijnt nooit iets over je in het betreffende medium is dat onbegrijpelijk. Nog onbevredigender is dat onduidelijk blijft waarom niet. Onlangs werd mijn partner opgebeld door de fotograaf van De Volkskrant, want door de klimaatsveranderingen staat het zelfvoorzienende project volop in belangstelling. Of hij langs mocht komen voor een foto. Ja, natuurlijk. De volgende dag stond er echter geen foto in de krant. De betreffende eindredacteur bleek 's avonds ineens minder enthousiast dan zijn voorganger die middag. In dit geval mailde de fotograaf netjes dat de foto niet meeging. Hij zei ook dat het soms zo ging en dat hij erin berustte. Onbenoemd bleef waarom de voorkeur aan een andere foto was gegeven. Onbevredigend.
Maar ook bij zijn stukken blijven liggen. Zo'n vijf a zes jaar geleden interviewde ik de Friese korpschef, maar het stuk ging maar niet mee. Niet dat het niet goed was, integendeel, maar de aanleiding was intussen verdwenen. Dus was het wachten op een nieuwe kapstok. Die leek er steeds te komen. En mijn chefs beloofden mij dat het mee zou gaan. Maar het gebeurde nooit. Een van mijn oude chefs vertelde mij eens dat stukken die lang op de plank blijven liggen op een gegeven moment onbedoeld het etiket krijgen dat er iets mee is. Uiteindelijk wordt het stilletjes van de lijst afgevoerd, want een artikel dat pak hem beet al twee maanden in de wacht staat, tsja, dat kan toch niet meer actueel zijn... De korpschef heeft mij er nooit op aangesproken. De voorlichter haalde zijn schouders erover op. Goddank wisten zij dat het misschien wel ..all in the game'' was.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home