Simon de held
Mijn kat is een held. Hij heet Simon en heeft maar een voorpoot. Maar hij is even snel als mijn andere twee die er gewoon twee hebben. Vanavond toen ik onze hond Bram uitliet, begeleidde hij ons al miauwend. Hij hipte voor ons uit en kwam ons achterop. Hij krabde met zijn ene voorpoot wat modder over zijn drolletje en klom later met die ene poot een stukje de boom in. Simon is lief en aanhankelijk. In Bram heeft hij een speelkameraadje. Ze rollebollen letterlijk over de grond en geven elkaar soms liefdevol (of niet) een haal met hun poot. Eindeloos happen ze naar elkaar en vermaken ze zich samen. Bram bijt (niet door) Simon in de vacht en vanavond hapte hij pardoes een dot haren uit diens vachtje. Simon eet van Brams hondenvoer en soms denk ik dat Simon denkt dat hij een hond is. Bram daarentegen speelt met een speelgoedmuis en we vinden hem een ,,poezenhond''. Hoe lief Simon ook is tegen ons en Bram, voor zijn twee andere huis- en soortgenoten is hij een duvel. Hij beloert Freek (5) en Doris (bijna 3) en jaagt ze, al sprintend op drie poten, de stuipen op het lijf. Soms lijkt het of hij ze hypnotiseert met zijn koele, berekende blik, voordat hij een aanloop neemt en ze wegjaagt. Sinds zijn komst, nu enkele maanden geleden, bivakkeren Freek en Doris beneden in de slaapkamer, waar ik brokjes en water heb neergezet. Meestal springen ze via de strijkplank op de kast. Ze zitten daar hoog en droog, onbereikbaar voor de driepinter. Want die kan veel, maar niet met drie poten op een kast komen. Freek en Doris die niet bepaald elkaars grootste vrienden zijn, kropen laatst gebroederlijk naast elkaar op de kast. Een gezamenlijke vijand brengt niet alleen mensen, maar ook dieren nader tot elkaar, zo blijkt. Intussen dubben we ons suf of we Simon moeten houden of een ander huis voor hem moeten zoeken. Hij is een zwerver, heeft vast en zeker heel veel meegemaakt en voelt zich hier zo thuis. Voor ons en Bram is hij een schat. Maar Freek en Doris lijden zichtbaar onder zijn aanwezigheid en voelen zich doodongelukkig. Ze durven nauwelijks meer naar binnen te komen. Als bange wezels sluipen ze beneden met platte oortjes door het gangetje. Mogen we hun dit aandoen? Nee, vinden we de ene dag. Simon moet weg! roepen we stoer. Maar als we hem dan weer lief met Bram zien spelen of wanneer hij, vertederend met die ene voorpoot, ligt te kronkelen over de vloer of ons kopjes geeft, twijfelen we weer hardop. We zeggen tegen elkaar dat we hem niet kunnen missen. Dat we hem niet willen missen! Maar een blik in Doris' ogen doet die mening weer omslaan.
Het valt niet mee om dierenbezitter te zijn. Freek is eigenlijk een dominante kat. Toen ik hem vijf jaar geleden uit het asiel haalde, werd mijn lieve Diederik vrijwel direct door hem geterroriseerd. Ook hij vluchtte de kast op, maar na enkele maanden was hij daar al niet meer veilig. Want Freeklief kwam daar al snel een kijkje nemen. Ex-kater Foppe was ook doodsbang voor Freek en werd ook al door dit huistirannetje belaagd. Soms deed Doris daar ook aan mee. Zouden ze nu door het lot, god of het karma moeten meemaken wat ze zelf anderen aandeden Komt boontje om zijn loontje? Ach, zo rechtvaardig is het kattenleven niet, evenmin als het grote mensenleven.
Maar als u beste lezer mensen kent die geen katten hebben, maar wel kattengek zijn (vrijwel onmogelijk, maar wie weet), meld u dan: kdemik@planet.nl . Doris en Freek zullen u dankbaar zijn. En Simon mogelijk op den duur ook.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home