Vandaag in Huize De Mik

Wednesday, December 07, 2005

Tera

Tera, heet het nieuwe computersysteem van mijn krant. De collega's van de Volkskrant en Trouw werken er al mee. Naar alle tevredenheid, naar het schijnt. Het vorige systeem Coyote is al 20 jaar oud. Verouderd dus. Vorige week zat ik weer in de schoolbanken: een hele dag cursus in Rotterdam om Tera onder de knie te krijgen. Tera biedt van alles veel. Foto's van alle persbureau's ter wereld kan ik bekijken. Alle berichten van alle persbureau's kan ik oproepen. De wereld in mijn kamer. Geen probleem. We gaan voortaan geen regels meer tellen, maar woorden. Veel collega's mopperden dat ze een dag moesten opletten, leren en fictieve berichtjes tikken. Onder wie Elsbeth Etty. Ik stelde haar gerust: gelukkig is er een dikke reader beschikbaar waarin precies staat hoe je te werk moet gaan. Ruim 15,5 jaar werk ik nu als correspondent voor NRC Handelsblad. Er is veel veranderd in die jaren. Ik begon met een oude, niet te tillen laptop, die toen nog anders heette. En waarop je een telefoon moest aansluiten. Een medewerker van de systeemredactie kwam nog een dag bij me thuis om een computer aan te sluiten en geduldig uit te leggen hoe alles werkte. Nu gebeurt dat op afstand. Elke dag om half 9 belde de contactpersoon ,,Stad en Land'', Friederike de Raat, met mij om te horen of er nog nieuws uit het noorden was. Of om te vragen of ik een berichtje wilde maken over een onderwerp waarover het ANP kond deed. Want de krant wilde zo weinig mogelijk ANP. Had ik een idee, dan kon ik dit zonder meer altijd uitwerken. Harm van den Berg was chef en stimuleerde, dirigeerde en enthousiasmeerde. Alles kon en mocht. Ik leerde veel. Elk woordje bijvoorbeeld moest verklaard kunnen worden en concreet taalgebruik was een must. Niks geen vaagheden. Duidelijkheid! ,,Op termijn''? - Wanneer was dat? Ik had het er vanmorgen nog met een collega van de Leeuwarder Courant over. Op de voorpagina van die krant stond vandaag het bericht dat de Raad van State het kievitseierenzoeken verboden had op grond van ,,natuurregels'. Ja, welke natuurregels? Ik zou zo'n vraag direct op mijn dak hebben gekregen van de redactie. Het blijkt in dit geval om de Europese Habitatrichtlijn te gaan. Mijn collega zei dat de eindredactie van de LC dit te concreet zou vinden en dat lezers doot zoiets zouden afhaken. Ik denk van niet en erger me aan vaag taalgebruik.
Die persconferentie was opmerkelijk. Zonder dat ik het door had kregen de collega's van Omrop Fryslan het prerogatief om vragen te stellen. Net toen ik wilde losbranden, onderbrak mijn collega van de omroep mij. Hij scheen live in de uitzending te zijn. Maar dat was vantevoren niet duidelijk gemaakt. Nogal apart en tamelijk inattent. Gedeputeerde Anita Andriesen stak van wal. In het Fries. De NOS vroeg later of het ook in het Nederlands kon. Hoewel het verbod op het zoeken en rapen gehandhaafd bleef, was haar eerste reactie er een van grote opluchting. Merkwaardig. Mijn collega van het NOS-Journaal die later binnenkwam stelde de vraag: ,,Het rapen is verboden, maar ik begrijp dat u daarover opgelucht bent.'' Wat Andriesen bedoelde was dat het rechtscollege de cultuurhistorische traditie van het ,,aaisykje'' erkent en au fond niet in strijd acht met de Vogelrichtlijn. Maar dan moet er wel worden voldaan aan strikte voorwaarden. En de ontheffing die de provincie had verstrekt, bevatte die niet. Andriesen is ervan overtuigd dat een en ander gerepareerd kan worden en dat de aaisikers volgend voorjaar weer de weilanden in kunnen.

Momenteel word ik zelden meer gebeld door de binnenlandredactie. Al het nieuws moet een landelijke inslag hebben. Maak ik een repo over tuineninspecties in Leeuwarden, dan wil mijn chef terecht weten of dit fenomeen elders in het land ook bestaat. Is er een dorpsschooltje in Oudwoude dat zijn deuren mogelijk moet sluiten, dan moet het verhaal duidelijk maken of dit landelijk ook speelt. Een repo over een particuliere beveiligingsdienst die in opdracht van de Leeuwarder winkeliers opdringerige zwervers en junks verjaagt, ,,hoefde niet''. De achter- noch kunstpagina is geinteresseerd in een kunstenares die bij alle 150 bijbelse psalmen aquarellen maakt. Gelukkig was de sportpagina enthousiast over een korte repo over Cambuur. Het vervelende van weinig contact met je redactie is, dat je zelf geneigd bent om alles ook maar op zijn beloop te laten. Bellen wordt een drempel. Je denkt: ,,Ze zullen dit ook wel weer niet willen hebben.'' Je denkt dat je chef een ontmoedigingsbeleid voert. Dat het steeds moelijker wordt om een stuk in die krant te krijgen. Het wreekt zich dat je niet dagelijks op de redactie rondhangt of -huppelt. Even babbelen of ouwehoeren is er niet bij. Zodat je gaat hopen op een grote zaak. Zo een waarbij je zelf volop in de picture komt te staan. Waarbij je nodig bent en als vraagbaak dient. Ertoe doet. Een zaak in de orde van nieuwsgrootte als die van Loeki van Maaren. Of een Elfstedentocht. Een moordzaak (hoe akelig en ellendig ook voor de nabestaanden) of een andere ramp. De telefoon staat roodgloeiend. Je werkt dag en nacht door. Grote stukken in de krant. In de zaak Van Maaren maakte ik dagen van vijftien uur. Moest ik negen anonieme bronnen kunnen noemen die beaamden hoe slecht Loeki functioneerde.
Van mijn toenmalige chef kreeg ik nadat de hele affaire achter de rug was, een paar flessen wijn. Als dank voor mijn bijdragen en inzet. Een blijk van waardering is altijd leuk. Ze zijn zeldzaam in de journalistiek. Helaas.
Het wordt tijd voor een eigen tijdschrift. Waarin ik al die verhalen kwijt kan, die mijn opdrachtgever nu niet hoeft. Alleen maar schrijven over zaken waarin ik zelf geinteresseerd ben. En waarvan ik hoop en denk anderen ook. En anders: helaas voor de lezer. Het tijdschrift heeft geen doelgroep. Alleen maar verhalen. Ja, pretentieus. Denken dat mensen alleen maar stukjes willen lezen die jij hebt uitgekozen.Het blad zit er aan te komen. Mijn partner en ik hebben plannen. Volgend voorjaar moet het nulnummer er liggen. Ik ben net zo benieuwd als u beste lezer!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home