Vandaag in Huize De Mik

Sunday, April 17, 2005

Ganzelever

Ik ging toch niet over die ganzelever beginnen, die het huiskamerrestaurantje op het menu had staan? vroeg de dame van Fryslan Marketing bezorgd. Ze zag de teksten in mijn krant al staan: ''Friezen medeplichtig aan ernstige vorm van dierenmishandeling.'' En dat nog wel voor een onderneming die vorig jaar gekozen was tot beste startende ondernemer van de provincie. Een collega van de Leeuwarder Courant die in de "Uit Eten"-rubriek had gemeld dat ze het dieronvriendelijke gerecht in het restaurantje had genuttigd, had ik daar al op aangesproken. "Weet je wel hoe die ganzen worden vetgemest? brieste ik. "Ze krijgen met een mechanische pomp continu maispap in hun slokdarm gepropt. Dat is net zoiets als wanneer wij verplicht binnen een uur tien borden macaroni naar binnen moeten werken.'' De lever van de vogels zwelt op en krijgt een vijf keer zo grote omvang als normaal. Slokdarmen raken beschadigd. En dan kunnen culinaire genieters ook nog spreken van een lekkernij! Schande! In gedachten zag ik mij al protestpamfletten plakken op de ruiten van het etablissement. Dus op voorhand had ik al een antipathie tegen de eigenaren. Maar of ik er dus niet over wilde beginnen. "Dat doe je maar op persoonlijke titel'', beval de dame mij. "Alsik ergens als journalist ben, ben ik er nooit op persoonlijke titel'', wilde ik het vuurtje aanwakkeren. Maar of ik alsjeblieft toch niet.. want ze had geen zin in gedoe. En we aten tenslotte niet van de menukaart maar een eenvoudige lichte maaltijd, zodat ieder bijtijds weer haars/zijns weegs kon gaan. Ik hield stijfkoppig vol dat ik de eigenaar eigen- en hardhandig die pasta in zijn bek zou proppen, dus ze gaf maar toe. Ik mocht natuurlijk zelf weten wat ik zei of niet.
Eenmaal in het restaurantje bleek de gastheer een soort gangsterachtig figuur die rond zijn gasten sloop. Iin het flesje van mijn collega zat een stukje glas en de thee werd mij geserveerd met een gratis voetenbad. Kant en klare Earl Gray, terwijl het eenvoudigste dorpscafe al een mandje theezakjes hanteert. De vegetarische maaltijd was ver onder de maat, zowel qua fantasie als qua uitvoering. Een in elkaar geflanst liflafje: een flensje gevuld met linzen en mascarpone op een bedje van aardappelpuree. Waar waren de groenten? Nooit van tempe, quorn of tofu gehoord? Drie van mijn disgenoten verorberden lamskoteletten, maar nadat ik had opgemerkt dat dit toch wel erg zielig voor dat kleine, lieve lammetje was dat tot voort kort nog liefelijk door de weide huppelde en wiens leven in de knop was gebroken, durfde niemand meer te zeggen dat het hen smaakte. Mijn collega had eerder gezegd bij een overstekende eend, dat het toch niet erg was een eend meer of minder. Want er waren er toch genoeg. Ik: ,,Mensen zijn er ook genoeg.'' Daarvan zeggen we toch ook niet dat een meer of minder niets uitmaakt? Ik ben toch al niet meer gewend aan mensen, die in mijn bijzijn lijkjes op hun bord geserveerd krijgen. Al mijn vrienden zijn doodsbenauwd dat ik er iets van zeg en kiezen uit zekerheid voor een vegetarisch gerecht.

Gisteren had ik mijn wekelijkse sapdag. Tot half zes 's middags hield ik het vol. Brandnetelthee, kamillethee, water, groentensap. Daarna deed het weee gevoel in mijn buik steeds sterker van zich spreken en kon ik de toastjes met vegetarische filet Americain niet meer weerstaan. Ook de broccoli met 30-plus kaas erover smaakte goed. Nou, dan konden er ook nog wel twee mandarijnen bij. Ik was al zes kilo kwijt, maar durf toch niet meer op de weegschaal te staan. Bang als ik ben dat er inmiddels weer enkele bij zijn gekomen. De dikte van de buik is weliswaar geslonken, maar nog steeds niet in de door mij gewenste vorm. Dus zometeen maar een flinke wandeling maken, het weer klaart op.

Vanmiddag ga ik voor de derde keer in drie dagen naar het Filmhuis. Het is Roze Week. Ik zag ,,Los novios Bulgaros'' met een homovriend, die zei gedroomd te hebben van de hoofdpersoon, een stoere, gespierde, zeer mannelijke man, die ,,schammteloos profiteert'', aldus de folder, van een Spaanse man die een obsessieve relatie met hem heeft. Gisteravond de eerste lesbo-film ,,Benzina''. Een road movie, over twee meiden die samen een benzinepomp runnen. Gewelddadig en spannend, maar tijdens de film liepen er al bezoekers weg. Mijn filmgenote vond het een vreselijke film. Ik vond hem aangrijpend en hard. Lenni was een zielige, schlemielige twintiger, die werd overheerst door zowel haar bazige moeder als haar slimme donkerharige vriendin, van wie de haardracht mij enigszins deed denken aan een one-night-stand die ik vorig jaar had. Opvallend: het geringe aantal bezoekers. Het roze publiek laat het massaal afweten. Is Leeuwarden te klein voor een dergelijk festival? Of zijn de films niet actueel genoeg, want al eerder te zien (zoals Simon en Monster)? Hoe dan ook, het is mooi dat er in een stad als Leeuwarden (toch ruim 90.000 inwoners) een dergelijk initiatief is genomen.
Terug naar het toerisme. Hoe krijgen we meer toeristen naar Leeuwarden is de vraag waarmee zowel bestuurderen, ondernemers als marketingmanagers hun hersenen peinigen. Iedereen die vertrekt na een logeerpartij in het Oranjehotel merkt op: wat een leuke stad! Toch nog te onbekend blijkbaar bij een groter publiek. Eerst moeten de Liwwadders zelf meer fier worden op hun haadsted, is de gedachte. Want een trots gevoel is bij velen ver te zoeken. ,,Ut is niks, ut wurd niks en ut sal nooit iets wurde'', placht men hier te zeggen. Terwijl er toch zoveel bijzonders is: een nationaal Keramiekmuseum in een oud paleisje, een scheve toren, Verzets- en Fries Museum, een musemstraatje, een 114 meter hoge toren waarvan de platen op ongeregelde tijden naar beneden duikelen. Ach, ooit zal Ljouwert wel ontdekt worden. In Belgie schijnt mijn woonplaats redelijk bekend te zijn. Toen mijn vriendin, die in Brussel woonde, eens aan het loket een enkeltje Leeuwarden vroeg, riep de lokettiste enthousiast uit: ,,Leeuwarden? Daar ben ik op huwelijksreis geweest!''

0 Comments:

Post a Comment

<< Home